Aanvullende informatie
(Emotionele) basisbehoeften 
Elk kind, waar dan ook, heeft emotionele basisbehoeften die voldoende moeten worden vervuld, zodat het zich kan ontwikkelen tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Als volwassene heb je eigenlijk dezelfde behoeften, maar dan op een volwassen niveau en hopelijk heb je geleerd hoe je hier zelf voor kunt zorgen.
Binnen schematherapie worden zeven basisbehoeften onderscheiden:
-
Veiligheid en verbinding met anderen: zorg en aandacht krijgen in een veilige, betrouwbare omgeving. Je beschermd, verbonden en gewaardeerd voelen.
-
Autonomie en competentie: de wereld mogen onderzoeken, je eigen keuzes leren maken en ervaringen opdoen, op een veilige manier.
-
Realistische grenzen: vaardigheden leren om je eigen en andermans grenzen te respecteren, en om te kunnen functioneren in een groep. Leren om op een gezonde manier met je emoties om te gaan.
-
Vrijheid van expressie: je gevoelens en belevingen mogen uiten en ervaren. Voelen dat je mag zijn wie je bent.
-
Spontaniteit en spel: de ruimte hebben om te ontdekken, leren, voelen, verbazen, experimenteren en ervaren, en daarvan te genieten.
-
Rechtvaardigheid: de wereld leren kennen in een sfeer van rechtvaardigheid, waarin onrecht waar mogelijk wordt gecorrigeerd, en waarin jou uitleg gegeven wordt over regels.
-
Zelfcoherentie: er wordt tegemoet gekomen aan je verlangen om jezelf te ervaren als samenhangend geheel, je psychisch gezond te voelen, en een zinvol leven te leiden. Aan deze behoefte kan pas worden voldaan als ook aan andere behoeften is voldaan.
Wat is een ‘schema’?
Een schema beschrijft hoe je naar de werkelijkheid kijkt: naar jezelf, naar anderen en naar de wereld. Schema’s bestaan uit herinneringen, emoties, overtuigingen en lichamelijke gewaarwordingen, en ze ‘kleuren’ hoe je de werkelijkheid waarneemt. Een schema ontstaat meestal door een combinatie van ervaringen in je kindertijd, je temperament en de mate waarin aan je basisbehoeften is voldaan.
Elk kind heeft emotionele basisbehoeften (zie hierboven). Als deze behoeften voldoende worden vervuld, doe je positieve ervaringen op en ontwikkel je functionele schema’s die je helpen in het leven (bijvoorbeeld een schema dat zegt: ‘Ik doe ertoe en ik weet wat ik kan’). Als er bij een kind echter onvoldoende aan de basisbehoeften wordt voldaan en het veel negatieve ervaringen opdoet, kunnen disfunctionele schema’s ontstaan die je belemmeren in het leven (bijvoorbeeld een schema dat zegt: ‘Ik ben volledig waardeloos’, ‘ik kan niets’, of ‘niemand vindt mij de moeite waard’).
Veel mensen hebben één of twee disfunctionele schema’s. Sommigen hebben echter veel verschillende disfunctionele schema’s die tegelijkertijd kunnen optreden en geactiveerd kunnen worden.
Meer informatie over specifieke schema’s kan je hier op deze website vinden.
Wat is een ’modus‘?
Een ’modus‘ (meervoud: ’modi‘) is een gemoedstoestand waarin je kunt verkeren. Modi worden ook wel ‘verschillende kanten van jezelf’ genoemd. Een modus is een specifieke manier van reageren wanneer een of meer onderliggende schema’s geactiveerd worden (je wordt bijv heel erg boos, terwijl je je eigenlijk gekwetst voelt, ervan overtuigd dat niemand je de moeite waard vindt). Een modus bestaat uit gedachten, gevoelens en gedrag. Modi kunnen functioneel of disfunctioneel zijn. Net zoals bij schema’s kun je zeggen dat een functionele modus je helpt in je leven, terwijl een disfunctionele modus uiteindelijk verstorend is. Tijdens de behandeling leer je herkennen welke verschillende modi je hebt en waardoor ze geactiveerd kunnen worden.
Meer informatie over specifieke modi kan je hier op deze website vinden.
Wil je meer lezen?
In de volgende boeken wordt op eenvoudige wijze uitgelegd hoe patronen ontstaan en wat je er zelf al aan kunt doen.
-
‘Patronen doorbreken’ van Hannie van Genderen
-
‘Leven in je leven’ van Jeffrey Young
of kijk verder op: